Waarom R-OCD niet bestaat [en wat het dan wel is]
Is er sprake van dwangmatig twijfelen over een partner en samenhangende keuzes? Dan noemen we dit R-OCD. Kan je niet meer mee met het tempo van deze maatschappij, heb je existentiële vragen waar je niet uitkomt en ben je langer dan twee weken somber? Het predicaat ‘depressie’ volgt al snel. Veel psychologen zijn ijzersterk in het toekennen van ‘stoornissen’. Overwegend wordt ‘psychische problematiek’ neopositivistisch benaderd, ofwel enkel hetgeen aanvaarden wat zintuiglijk waargenomen en vastgesteld kan worden. Het toekennen van een transcendentale betekenis blijft veelal uit, resulterend in nog grotere problematiek mijns inzien. Te denken valt aan ‘patiënten’ die zich volledig met hetgeen vastgesteld identificeren, als zodanig handelen en met ‘cognitieve trucjes’ feitelijk de symptomen trachten te beheersen c.q te onderdrukken waardoor werkelijke duurzame conversie vaak uitblijft. Terug naar de kern; ik ben van mening dat iets als R-OCD niet bestaat. Het is gewoon geen statische entiteit welke binnen een persoon leeft, en dus mag dat naar mijn idee ook niet zo worden betiteld. De kenmerken zoals die worden weergegeven zijn voorts slechts symptomen die veeleer verband houden met een ´onbegrepen´ onderliggend probleem, waar beperkt aandacht aan wordt geschonken.
De werkelijke problematiek
Bij de geboorte van een kind (de biologische bedding) wordt door het kind gezocht naar een veilige bedding, ofwel hechting. In het meest gunstige geval wordt naast voeding ook psychologische bedding verschaft en vanuit hier wordt het gezichtsveld van het kind ontwikkeld en derhalve verhoudingen geconstitueerd als het gaat om de werkelijkheid. Het kind heeft logischerwijs nog geen zelf ontdekt en dit wordt ontwikkeld in de interactie c.q uitwisseling met de ouder(s). Door objectierelatie, inhoudende een zelfgevoel, een beeld van de ander en de relatie, wordt uiteindelijk de sociale landkaart ingetekend. En hier kan problematiek ontstaan met forse gevolgen; wanneer de ouder(s) op een bepaald gebied beperkt tot ontwikkeling is gekomen, leidt dit ertoe dat vanuit die leemte het kind niet contactvol tegemoet getreden kan worden. Het gevolg hiervan is dat bij het kind een zekere leegte ontstaat en terugtrekt uit contact (‘teruggetrokken zelf’). Dit gaat veelal ook gepaard met het bevriezen van libidineuze energie met beperkte groei en ontwikkeling als effect. Omdat de behoefte aan contact blijft bestaan, wordt er een ‘strategisch zelf’ ontwikkeld, waarbij over de contactkloof heen wordt gesproken en op indirecte manier contact wordt gemaakt om behoeftes te bevredigen (het wil gezien worden), echter blijft het veelal onbewust en met het ware zelf is dan ook (vaak) geen contact. Het moge evident zijn dat contact met eventuele andere ouder, of het gebrek ervan, en andere opgedane ervaringen in het leven (negatief) effectueren op de ontwikkeling van dit ‘strategisch zelf’ en werkelijke liefde niet kan ontvangen of geven. Daar komt bovenop een ongezonde egocentrisch ingerichte maatschappij, waarbij een belazermoraal de boventoon voert, onmiskenbaar effect heeft op verdere vorming, de kijk op de essentie van het leven en samenhangende zaken bemoeilijkt. Het is dan ook niet verwonderlijk dat gebrek aan geborgenheid, liefde, gecombineerd met gebrek aan kennis, introspectie, en het niet kunnen toepassen van een zekere logica in dit verband, resulteert in problematiek als het gaat om gevoelens, emoties, intuïties en harde ratio. Werkelijke betekenis geven aan problematiek blijft veelal uit en voorgenoemde faciliteert in zeer sterke mate de ontwikkeling van paniekstoornissen, keuzestress, dwanggedachtes, persoonlijkheidsproblematiek, depressies, to name a few.
Ik wil met voorgaande allesbehalve suggereren dat dit uitsluitend het gevolg is van een ouderlijk nest waarbij de meest primaire behoefte van de mens, namelijk geborgenheid en liefde, afwezig zijn geweest en waar tal van andere zaken ‘verkeerd’ zijn gegaan. Biologische factoren mogen niet worden miskend, echter spelen die in vele gevallen simpelweg geen rol.
Wat een ‘R-OCD-er’ werkelijk zegt: een hermeneutische interpretatie
De consistente afwegingen en twijfels bij de persoon met ‘R-OCD’ naar de partner toe, of die worden meegedeeld of niet, geven feitelijk aan dat de persoon niet in staat is om een verbinding aan te gaan ofwel werkelijke (bewuste) liefde te ontvangen. Dus wanneer de andere partij bewuste liefde verschaft, dan wordt dit feitelijk afgewezen. Dit lijkt mogelijk niet zo, daar het argument gebracht kan worden dat het ondergaan en afgewogen wordt, echter is de afweging in de kern feitelijk een afwijzing, want wanneer de liefde wederzijds oprecht is en dus resoneert, dan valt er simpelweg niets af te wegen. Communicatie en duidelijkheid over de twijfels van de ‘R-OCD-er’ naar de partner toe is wel een vorm van eerlijkheid, echter is dat in dit kader geen eerlijkheid als het gaat om de werkelijke intenties. Alhoewel daar bij de ‘R-OCD-er’ in sommige gevallen onduidelijkheid over bestaat -maar vaak ook niet- gaat het hoofdzakelijk om ‘het gezien worden’ vanuit het strategisch zelf en derhalve de bevestiging en invulling daarvan. Met andere woorden: de betrekking wordt in stand gehouden omdat de aandacht van de ander nodig is.
Het moge evident zijn dat wanneer beide partijen leemtes ervaren en vanuit dit perspectief bij elkaar binnentreden om een voedingsbodem te creëren, dat dit anders kan effectueren (maar doorgaans stuk loopt omdat dit een val is, namelijk die van invulling vanuit een ‘armoedig’ bewustzijn die per definitie niets met werkelijke liefde te maken heeft, maar met de invulling van leemte, verbandhoudende met de rol van de ouder en geenszins een rol van de partner hoort te zijn).
Elkaar (frequent) zien en (eventuele) intimiteit moet in vele gevallen, vanuit de ‘R-OCD-er’ gezien, worden opgevat als een voortdurende queeste naar enerzijds het oproepen van gevoel en het willen ervaren van verliefdheid, en anderzijds ter verificatie of verheldering ten aanzien van opvattingen om innerlijke onrust te reduceren en dus grip te krijgen over (eigen innerlijke) discrepanties. Genieten van momenten in deze context is veelal niet mogelijk en uitgesproken woorden door de persoon in casu verschaffen feitelijk andere betekenis(sen). Vanuit bewuste liefde gezien zijn de woorden zelfs volstrekt betekenisloos, in die zin dat het gebaseerd is op een strategisch zelf en bijbehorende illusies hoofdzakelijk als afweer fungeren. In veel gevallen resulteert dit dan ook in problematiek wanneer werkelijke intermenselijke communicatie geïnitieerd wordt door de andere partij, daar de houding en communicatie, en dus gedrag, van de ander veelal defensief en/of passief is. Meer concreet; betekenisvolle communicatie wordt afgewezen teneinde leemtes, pijn en verdriet te voorkomen, maar ook om het strategisch zelf intact te houden, en dus ‘controle’ te behouden alsook duidt het op vertrouwensproblematiek jegens de ander. Werkelijk contact is simpelweg niet mogelijk. Een gap in understanding, emotionele gebrokenheid en afstand wanneer eerlijke communicatie van twee kanten daadwerkelijk achterblijft is veelal het gevolg voor beide partijen. Voor de ‘R-OCD-er’ betekent dit dat er veelal een gevoel ontstaat om beslissingen ten aanzien van de relatie te nemen, in termen van beëindiging of het (tijdelijk) vergoten van afstand, omdat de geëffectueerde emoties als dreigend en kwellend worden ervaren. Voor de andere partij betekent de situatie vaak dat in eerste instantie getracht wordt rekening te houden met de ‘R-OCD-er’, ofwel als –tijdelijke- oplossing een zekere mate van zelfwegcijfering toe te passen (codependentie), wat vervolgens weer kan effectueren op de ‘R-OCD-er’ (te denken valt aan bijvoorbeeld het ontstaan van schuldgevoel hieromtrent),waarbij later een sneeuwbaleffect aan emoties aan beide kanten kunnen ontstaan, feitelijk leidende tot verdere vervreemding. Waar voorgenoemde punten in essentie feitelijk op duiden is dat er door de ‘R-OCD-er’ geen prioriteit wordt gegeven aan het (werkelijke) contact met de ander, ofwel aan de relatie, uitgezonderd natuurlijk wanneer de communicatie en consistente pogingen welke geënt zijn op harmonie hiertoe wel doorlopend en intrinsiek aanwezig zijn, en hier vooruitgang in wordt geboekt.
Resumé: it’s usually a one sided love way in case of R-OCD
‘Slachtoffer’ van een ‘partner’ met ‘R-OCD’?
Ik moet allereerst opmerken dat iemand ‘met R-OCD’ feitelijk ook een slachtoffer is. Liefde is de oplossing, maar in dit geval niet. Raadzaam is het om allereerst na te gaan in hoeverre bij jezelf geen sprake is van opvulling van leemtes vanuit een strategisch zelf. Wanneer dat niet het geval is, de liefde voor de ander onverminderd sterk blijft, je kan de schoonheden, ‘liefde’ en een fundament door alle problematiek heen zien, en je verliest jezelf niet; keep the love flowing! abundance all over the place!
In alle andere gevallen kan ik alleen maar zeggen dat het beëindigen van de betrekking als laatste daad van liefde het meest raadzame is. Loslaten is immers ook liefde en daarmee verschaf je de ander op termijn niet alleen inzicht en ruimte, maar maak je bij jezelf gelijktijdig de weg vrij voor nieuwe liefde want ook jij hebt het recht om in overvloed benaderd te worden in plaats van benaderd te worden vanuit angst, twijfel, afwijzing, vaak slechts een aangereikte optie te zijn en als zodanig behandeld te worden.
Note: Taal is een belangrijk construct en ik begrijp dat er gelabeld moet worden teneinde zicht te krijgen op e.e.a. Het gevaar is echter dat wanneer de taal, en derhalve de labeling, onvoldoende diepte en correlatie kent, en derhalve de problematiek niet of nauwelijks holistisch wordt bezien, en dus de bron vanuit waar problematiek voortvloeit overwegend buiten beeld raakt, resulteert het in de eerder aangehaalde problematiek. Ook kunnen vraagtekens worden geplaatst bij de bestaande labeling, daar ´ROCD´, zeker de zogenaamde ‘partner centered’ variant, veeleer verband lijkt te houden met kenmerken zoals geduid bij ‘narcisme’ (NPD).
Dit artikel is mijn interpretatie van de genoemde problematiek, gebaseerd op eigen ervaring maar vergeleken en geïnterpreteerd aan de hand van een vijftigtal geschreven ervaringsverhalen door zowel de ‘R-OCD-ers’ (ongeacht variant) als de partners waar het betrekking op had. Het is mijn geïnterpreteerde werkelijkheid. Het heeft dus geenszins een wetenschappelijk karakter en pretendeert dat ook niet te hebben. Het verband wat ik leg is afgeleid van inzichten uit de zijnsoriëntatie.
Nomair van Wijk
Dit artikel is geschreven door Nomair van Wijk.
Nomair is oprichter en directeur van Katharsis Academy